De gemeenteraad van Barendrecht heeft op dinsdag 15 april ingestemd met een nieuwe verordening voor het leerlingenvervoer. De fracties van GroenLinks en de PvdA stemden tegen. Zij noemen het besluit “onverantwoord” en “een risico voor kinderen die juist bescherming nodig hebben”. Wethouder Roeland Bol is het daar niet mee eens. Ambtenaren gaan zonder enige dwang in gesprek met kinderen en ouders.
Tina Jakoeb (PvdA) voerde fel oppositie tegen het voorstel: “Ik heb praktijkvoorbeelden gedeeld van gezinnen die nú al tussen wal en schip vallen. Als je dan ook nog de regels verder aanscherpt onder het mom van bezuinigen, dan dupeer je precies de groep die geen alternatief heeft. Dit zijn kinderen die zonder vervoer niet op school komen.”
De raad heeft ondanks deze waarschuwingen toch ingestemd met de verordening. Samen met GroenLinks diende Jakoeb daarom de motie ‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald!’ in. Daarin riepen de partijen het college op om eerst goed te onderzoeken of de beoogde besparing op het leerlingenvervoer wel realistisch en uitvoerbaar is, zeker voor leerlingen die meer dan zes kilometer van school wonen.
Daarnaast wilden zij dat het risico op een toename van het aantal thuiszitters in kaart wordt gebracht. Ook benadrukten de partijen het belang van een actieve samenwerking met scholen en onderwijsinstellingen, zodat ouders goed geïnformeerd worden en de uitvoering werkbaar blijft. Op basis van die inzichten zou het college de verordening – indien nodig – moeten aanpassen en opnieuw aan de gemeenteraad moeten voorleggen. Ondanks deze oproep koos de meerderheid van de raad ervoor om de verordening ongewijzigd vast te stellen. De motie werd verworpen.
Volgens Arie Kooijman (GroenLinks) mist de gemeente hiermee een belangrijke kans om sociaal te blijven. “Goede voorlichting, samenwerking met scholen en realistische uitvoerbaarheid – het klinkt allemaal logisch. Maar blijkbaar is het politieke belang van bezuinigen groter dan het belang van kinderen die afhankelijk zijn van dit vervoer.”
Beide fracties benadrukken dat dit geen theoretisch risico is, maar realiteit. “Er zitten nu al kinderen thuis omdat hun ouders het vervoer niet meer rond krijgen,” zegt Tina Jakoeb. “Met deze verordening wordt het probleem alleen maar groter. We kunnen straks niet doen alsof dit ons heeft overvallen – de signalen zijn er, de casussen zijn gedeeld, de oproep was duidelijk.
Om de impact van deze verordening in kaart te brengen en ouders een stem te geven, openen de fracties van PvdA en GroenLinks gezamenlijk een meldpunt. Ouders en verzorgers die door de nieuwe regels in de knel komen, kunnen daar hun ervaringen delen. Als mensen met zorgen over deze regeling geen gehoor vinden via de officiële weg, dan willen wij een extra luisterend oor bieden,” zeggen Tina Jakoeb (PvdA) en Arie Kooijman (GroenLinks). “Geen kind zou thuis moeten zitten omdat de regels niet aansluiten op de praktijk.”
Roeland Bol
Wethouder Roeland Bol wil daarentegen dat leerlingen of de ouders zelf meer doen om het vervoer te regelen: ''Leerlingenvervoer is een aanvullende, door de overheid gefinancierde voorziening, bedoeld voor situaties waarin ouders deze verantwoordelijkheid niet redelijkerwijs kunnen dragen. Van ouders mag verwacht worden dat zij zich – binnen redelijke grenzen – inspannen om zelf vervoer of begeleiding te organiseren. Kinderen die groot genoeg zijn kunnen zelf op de fiets naar school. We hebben hier ook cursussen voor. We hebben het hier over gezonde kinderen die een afstand van bijvoorbeeld zes kilometer goed kunnen overbruggen. Ambtenaren gaan met ouders in gesprek en zullen vragen of ze één of twee keer in de week zelf het vervoer van huis naar school en weer terug kunnen organiseren. Dat gaat zonder druk. Als dat niet kan blijft de gemeente het vervoer verzorgen. Dat geldt hetzelfde voor kinderen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Voor hen verandert er niets''.