De VVD Barendrecht ontvangt aanhoudende klachten met betrekking tot de werkzaamheden aan ’t Vlak en het Onderlangs, en daarmee de verminderde bereikbaarheid van de winkels aan het Onderlangs.
Inwoners zijn niet bekend met de (on)mogelijkheden om de betreffende winkels te kunnen bereiken. Door winkeliers is herhaald ambtelijk en bestuurlijk verzocht om duidelijke doorverwijzingen aan te brengen. Tot op heden is daar, volgens zeggen, niet inhoudelijk op gereageerd. Althans verwijzingen zijn niet alsnog aangebracht. Vanwege de langere duur van de opbrekingen, neemt de frustratie bij de Barendrechtse winkeliers toe.
Ontegenzeggelijk is er bij deze winkeliers sprake van omzetderving die direct te relateren valt aan de verminderde bereikbaarheid, hetgeen ook door een winkelier wordt bevestigd. Het bepalen van de omvang van het financiële nadeel, bijvoorbeeld ten behoeve van een schadevergoedingsactie, wordt bemoeilijkt omdat in voorgaande jaren vanwege Covid eveneens sprake was van omzetderving.
Vragen aan het college:
1. Is het college bekend met het feit dat winkeliers aan het Onderlangs omzetderving lijden vanwege de werkzaamheden aan het ‘t Vlak en het Onderlangs?
2. Waarom is het college niet tegemoetgekomen aan het gerechtvaardigde verzoek van de winkeliers om een betere verwijzing naar de winkels aan het Onderlangs aan te brengen?
3. Overweegt het college om alsnog inhoudelijk met de winkeliers in overleg te treden en zo mogelijk verbeteringen aan te brengen en verdere schade beperkende maatregelen te treffen?
4. Hoe denkt het college de winkeliers te compenseren? Het door de wethouder kennelijk geuite argument dat “het allemaal mooier” wordt, snijdt voor de winkeliers geen hout.
5. Is het college bekend dat twee winkeliers op ‘t Vlak kennelijk voornemens zijn de bedrijfsvoering te gaan staken? En is het college bekend met de achterliggende reden daarvan?