Van Belzen blikt terug op treinincident uit 2009

29 April 2021, 11:33 uur
Lokaal
mainImage
Jim Friederich

Aan het begin van dit jaar kondigde burgemeester Jan Van Belzen aan dat hij in oktober met pensioen gaat. Na ruim 16 jaar legt de burgemeester straks de Barendrechtse ambtsketen naast zich neer. Gedurende die periode maakte hij in zijn functie veel bijzondere momenten mee. Hij blikt vanaf nu elke laatste donderdag van de maand terug op zo’n gebeurtenis. Als eerste: het treinincident in 2009.

De inktzwarte dag, op 24 september van dat jaar, zal velen nog in het geheugen gegrift staan. Bij een frontale botsing tussen twee goederentreinen onder het viaduct van de A15 in Barendrecht-Noord kwam
een machinist om het leven. De machinist van de andere trein raakte zwaargewond. Van Belzen kan zich die dag nog goed herinneren. “Ik was net terug uit Duisburg, waar een heidag met collega’s had plaatsgevonden. Daar mijmerde ik ’s avonds thuis nog even over, toen ik plotseling werd opgeschrikt door een klap. Nog geen 10 minuten later werd ik gebeld door de gemeentesecretaris, met de boodschap dat er een treinongeluk was geweest. We zijn meteen naar de rampplek gegaan. Daar trof ik ten eerste Pieter van Vollenhoven aan. Hij was destijds voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en tijdens het incident toevallig in de buurt van Barendrecht. Hij gaf zijn chauffeur meteen opdracht om polshoogte te nemen.”

Inzet van tanks
Van Belzen kan zich de gigantische berg verwrongen staal en geschokte aanwezigen van ProRail nog goed voor de geest halen. “Het was een enorme ravage. De infrastructuur lag aan gort en we hadden te maken
met een overlijdensgeval en een zwaargewonde. Echt verschrikkelijk. Later hoorde ik dat een machinist van een passerende reizigerstrein met 150 inzittenden door hard te remmen net op tijd kon stoppen. De trein raakte nog wel een brokstuk, maar het had allemaal nóg erger kunnen zijn. Daar wil je niet over nadenken.” De burgemeester bleef tot 2.00 uur ’s nachts op de locatie en gaf de volgende ochtend met de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb een persconferentie. “Het was uiteraard groot, landelijk nieuws. De dagen daarna stonden in het teken van het bergen en opruimen van de wrakstukken. Dat viel nog niet mee,
want het incident gebeurde onder een viaduct. Daardoor konden geen kranen worden ingezet. Er kwamen daarom tanks van defensie aan te pas om de vernielde locomotieven uit elkaar te trekken. Het herstel
van de schade aan de infrastructuur werd ruim een week na het ongeval afgerond.”

Duidelijk werd hoe belangrijk de spoorlijnen zijn voor goederenvervoer naar fabrieken in de Botlek. “Direct ontstonden er problemen met grondstoffen en transport van producten. Het incident had ook een internationale uitstraling. Binnen 24 uur stond het vast tot aan de Zwitserse grens, doordat de infrastructuur in Barendrecht stuk was.”

Zwarte bladzijde
Uit onderzoek bleek dat de trein door een rood sein reed, wat leidde tot de frontale botsing. “Zoiets valt in de toekomst nooit volledig te voorkomen, maar sindsdien zit er wel een extra beveiliging op wissels.
Dus de kans op een dergelijk ongeluk is daardoor verkleind. Laten we hopen dit nooit meer mee te maken. Enkele jaren geleden gaf ik voor de NS drie workshops in Utrecht. Daar waren onder de aanwezigen
mensen die in 2009 op de rampplek hadden gestaan. Toen het daarover ging, merkte ik dat de emoties er jaren na dato nog steeds waren. Zoiets gaat niemand in de koude kleren zitten. De impact op alle betrokkenen was ontzettend groot. Een zwarte bladzijde van mijn burgemeesterschap.”