Er moet een rem komen op grootschalige bomenkap in het buitengebied, zoals de Jan Gerritsepolder. Het college van B&W gaat hierover in gesprek met het Natuur en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ), die de Jan Gerritsepolder beheert.

Al in 2019 heeft de gemeenteraad gevraagd naar meer inzicht in reden en omvang van bomenkap in de buitengebieden. Dat is sindsdien deels gegeven, maar kan nog beter. De gemeente is nog niet genoeg betrokken bij de afweging waarom bomen wel of niet worden gekapt.

Wethouder Van der Linden, Milieu: “Tegen de grootschalige kap van bomen is veel lokale weerstand. Inwoners genieten van het fraaie groen. Zij schrikken vaak wanneer bomen plotseling gemarkeerd staan met de bekende ‘gereed voor de kap’ stip. Daarom wil het college dat voordat gekapt wordt, eerst in gesprek wordt gegaan met gemeente, inwoners en betrokkenen over nut en noodzaak van de kap.”

Het college wil de komende jaren meer bomen planten en de functies van volwassen bos versterken. Bomen nemen veel CO2 op. Hiermee moet beter rekening worden gehouden als bomen op de lijst staan om gekapt te worden, om bijvoorbeeld meer variatie te krijgen in boomsoorten. Om variatie te krijgen worden op andere plekken extra bomen geplant en komen rond bomen meer struiken. Volwassen bomen worden alleen weggehaald als het echt niet anders kan, bijvoorbeeld voor de veiligheid van een pad als dat ook niet om te leiden is. Daarnaast moet meer duidelijkheid komen over de circulariteit van het afgevoerde hout. Het moet bewezen worden dat dit zo goed mogelijk wordt hergebruikt.