In de commissie Ruimte wordt dinsdag de eerste en de tweede fase van de nieuwe wijk De Stationstuinen in Barendrecht besproken. Het project voorziet in veel woningen, ruim 3500, en weinig parkeerplaatsen. Parkeren onder de appartementen kan niet volgens ontwikkelaar Emborion (fruitfamilie Van den Heuvel), want dat vindt deze investeerder veel te duur en dan wordt er niet voldoende op zijn project verdiend. Daarom komen er openbare parkeergarages, waar een abonnementhouder tegen een betaling van circa 500 euro per jaar een parkeerrecht heeft en geen parkeerplaats. Dit allemaal om het autobezit te ontmoedigen, maar uit landelijke cijfers blijkt juist dat dit in Nederland in 2023 met 375.000 is gegroeid. En er rijden al negen miljoen auto's rond in Nederland.
Barendrecht zet in op het openbaar vervoer en deelmobiliteit (deelauto's, -scooters en fietsen). Uit een onderzoek van de TU Delft aan de wijk Wippolder in Delft blijkt dat deelmobiliteit nog niet werkt. Op een parkeerplaats aan de rand van de wijk is plek voor vier deelauto's. Slechts één is er meegenomen rond spitstijd, de andere drie staan nog ongebruikt geparkeerd. Het illustreert hoe gemeenten in hun zoektocht om de parkeerdruk te verminderen inzetten op het delen van vervoersmiddelen, de zogenoemde deelmobiliteit, maar dat er op dit vlak tegelijk nog veel te winnen valt.
Een aanzienlijk deel van de 25 grootste gemeenten in Nederland kampt met een enorme parkeerdruk. Onder meer Delft, Zwolle, Haarlem, Arnhem, Groningen en Utrecht hebben net zoals als Barendrecht deelvervoer als oplossing voor de problematiek op de tekentafel liggen.
In Nederland zijn er al meerdere zogenoemde hubs of eigenlijk openbare parkeergarages. Een hub klikt minder onveilig. Het zijn betonnen dozen waar straks in Barendrecht meerdere vormen van deelmobiliteit worden aangeboden. Dat kan, zoals in Zwolle, gaan om een plek om een auto te parkeren om vervolgens verder te reizen met het openbaar vervoer. Of het loopt uiteen van een kleine plek voor deelauto's, zoals die in Delft, tot een groot overstappunt in het Drentse Borger.
Niels van Oort, universitair hoofddocent Public Transport aan de TU Delft, ziet ook dat er nog uitdagingen zijn, vooral op het vlak om mensen te overtuigen om geen eigen auto meer te hebben. Volgens Van Oort is deelmobiliteit soms "nog best veel gedoe".
Er zijn bijvoorbeeld veel verschillende aanbieder, met allemaal een eigen app waar soms een creditcard aan gekoppeld moet worden. De optie tot deelvervoer zou volgens de universitair hoofddocent vooral vanzelfsprekender moeten worden, met veel meer gemak. "Er moeten volwaardige alternatieven zijn", zegt hij.
Toch kan deelvervoer zeker een alternatief voor de auto zijn. "Maar dan moeten mensen wel kunnen vertrouwen op de beschikbaarheid", zegt Van Oort. Met andere woorden: als er wordt gezegd dat er op een plek nog een aantal deelfietsen of -auto's staat, moeten die auto of fiets er ook echt staan.