Het college van B en W van Barendrecht heeft een besluit genomen tot voorbeschermingsregels in het omgevingsplan. Doel van deze regels is duidelijkheid te scheppen over welk beoogd gebruik voor bedrijfsmatige bestemmingen is toegestaan. ''Zo voorkomen we ongewenste interpretatie van de aan ons omgevingsplan gekoppelde bijlagen, genaamd de lijst van ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten’. Naar aanleiding van jurisprudentie uit 2024 worden meerdere gemeenten in Nederland geconfronteerd met het feit dat ook niet bedrijfsmatige activiteiten toch rechtstreeks toegestaan zijn binnen de bestemming ‘Bedrijf’ en binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’. Door voorbeschermingsregels in het omgevingsplan op te nemen wordt deze kwetsbaarheid hersteld'', aldus burgemeester Ronald Schneider in een brief aan de gemeenteraad.
Doel voorbereidingsbesluit
Een voorbereidingsbesluit is een tijdelijke maatregel van de gemeente om ontwikkelingen in een gebied te reguleren, terwijl gewerkt wordt aan de wijziging van het omgevingsplan. Het voorkomt door jurisprudentie onbedoeld toegestane activiteiten totdat het nieuwe omgevingsplan is vastgesteld. De gemeente heeft anderhalf jaar de tijd om een daadwerkelijk het omgevingsplan te wijzigen (het ontwerpbesluit tot wijziging van het omgevingsplan dient binnen de periode bekend gemaakt te zijn).
Verduidelijking bestemmingsregels in combinatie met de ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten’
Door jurisprudentie van de Raad van State uit 2024 blijkt dat de intentie achter onze regels niet overeenkomt met de juridische werkelijkheid en dat gebruikers een vernoeming in die ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten’ mogen interpreteren als toestemming tot gebruik binnen de bestemming ‘Bedrijf’ en binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’.
De Raad van State stelt dat: “De omschrijving van het begrip bedrijf is niet van betekenis voor de uitleg van het begrip ‘bedrijfsactiviteiten’ in artikel 6.1, aanhef onder a van de planregels va het omgevingsplan.” Dit heeft de Raad van State bepaald in een uitspraak van 5 juni 20241. De reden hiervoor is dat er geen relatie is gelegd tussen artikel 6.1, aanhef onder a van de planregels en de in artikel 1.15 van de planregels opgenomen omschrijving van het begrip ‘Bedrijf’. De hierdoor ontstane situatie kan ervoor zorgen dat bepaalde activiteiten juridisch toch toegestaan zijn, maar in de geest van onze regels en in de praktijk niet wenselijk zijn en zelfs de beoogde (zwaardere) bedrijfsactiviteiten waarvoor de bestemmingen bedoeld zijn bemoeilijken. Door middel van dit besluit wordt expliciet een verbodsbepaling opgenomen waarmee niet bedrijfsmatige activiteiten uitgesloten worden. Zie bijlage.
''Het besluit legt alleen beperkingen op voor toekomstig gebruik. Voor bestaand gebruik is overgangsrecht van toepassing. Voor de huidige gebruikers van bedrijventerreinen in Barendrecht verandert er dus niets'', benadrukt Schneider.