In de afgelopen periode is de EVB fractie door meerdere bewoners benaderd met vragen over de plaatsing van bushokjes (hierna: abri’s) in de gemeente. Deze vragen hebben betrekking op bushaltes waar een abri ontbreekt, of onlogisch geplaatst is. Als een van de voorbeelden werd de halte Beltmolen aangehaald, waar aan weerszijden van de weg alleen een haltepaal geplaatst is. Hier is dus geen mogelijkheid om met slechte weersomstandigheden beschut op de bus te wachten. Daarnaast is er als voorbeeld de halte Bijdorp, waar slechts aan één zijde van de weg een abri geplaatst is. Ook uit eigen observatie heb ik op kunnen maken dat deze voorbeelden op meerdere locaties in de gemeente van toepassing zijn.

Het zal niet onbekend zijn dat Barendrecht, met name in de spitsuren, gebukt gaat onder een zware verkeersdruk. Juist met dit gegeven in het achterhoofd, zou het openbaar vervoer in de markt gezet mogen worden als een aantrekkelijk, comfortabel en hoogwaardig alternatief voor de auto. Dit gaat natuurlijk verder dan het plaatsen van een abri. Voor het opwaarderen van het openbaar vervoer, is het echter wel
noodzakelijk om de basisvoorzieningen op orde te hebben.

In 2017 gaf toenmalig wethouder Luijendijk in zijn beantwoording op schriftelijke vragen op dit onderwerp aan, dat de plaatsing van abri’s grotendeels in handen is van een externe commerciële partij. Deze beoordeeld(e) de wenselijkheid van de plaatsing van een abri op basis van de aantrekkelijkheid van een locatie voor adverteren. De kosten voor het plaatsen van een abri op niet commercieel aantrekkelijke locaties, zouden op dat moment voor rekening komen van de gemeente.

In navolging van bovenstaande, heeft de fractie van Echt voor Barendrecht de volgende vragen aan het college:
1. Kunt u aangeven of het plaatsen van abri’s nog altijd verloopt zoals genoemd in het antwoord van toenmalig wethouder Luijendijk in 2017?
2. Wat zijn vanuit de gemeente de criteria en prioriteiten op basis waarvan de wenselijkheid van een abri wordt bepaald? Wordt dit puur bepaald aan de hand van aantrekkelijkheid als advertentielocatie, of wordt hierin ook het comfort van busreizigers gewogen?
3. Kan er een inventarisatie plaatsvinden om vast te stellen op welke locaties in de gemeente momenteel geen abri geplaatst is; waar dit wel wenselijk zou zijn?
4. Wanneer de taakverdeling zoals genoemd in vraag 1 nog altijd van toepassing is; is de gemeente bereid om zelf zorg te dragen voor de plaatsing van abri’s op wenselijke locaties?

Zoals eerder genoemd is, bij bijvoorbeeld de halte Bijdorp, slechts aan één zijde van de weg een abri aanwezig. De praktijk leert dat reizigers bij slecht weer graag zo lang mogelijk overdekt blijven staan in de abri, ook als deze aan de overzijde van de weg geplaatst is. Dit heeft echter tot onwenselijk effect dat men na aankomst van de bus op het laatste moment de weg over rent, met alle risico’s voor de verkeersveiligheid van dien. Hierover hebben wij de volgende vraag:

5. Bent u bereid om, in deze specifieke situatie’s, te zorgen voor abri’s aan beide zijden van de weg?
Tot slot een laatste vraag, naar aanleiding van de recente vervanging van de abri’s in Barendrecht. Deze abri’s zijn voorzien van een sedumdak. Dit betekent dat, met name bij veel regenval, veel water (en dus gewicht) wordt vastgehouden op dit dak. Uit eigen observatie heb ik kunnen opmaken dat de daken van deze abri’s in deze omstandigheden zichtbaar doorbuigen.

6. Wilt u met de eigenaar/producent van deze abri’s in contact treden om na te gaan of dit een bekend fenomeen is, en zo ja, waar deze abri’s op berekend zijn?