Verhuur van een woning aan meerdere personen die niet als één huishouden kunnen worden aangemerkt, is in Barendrecht in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Hiertegen kan de gemeente handhavend optreden. Desondanks ontvangt de EVB-fractie ook in de huidige collegeperiode regelmatig, zowel tijdens wijkbezoeken als via signalen van inwoners, meldingen dat in meerdere straten (ondermeer in Waterkant en Havenkwartier) woningen feitelijk worden gebruikt voor kamerverhuur, onder meer ten behoeve van arbeidsmigranten.

Omwonenden ervaren daarbij structurele overlast, zoals parkeerdruk en geluidsoverlast. Tevens geven zij aan niet altijd te weten waar vermoedens van niet-legale bewoning kunnen worden gemeld en welke informatie daarvoor noodzakelijk is. De EVB gaat de strijd aan tegen deze ongeoorloofde manier van bewoning.

Tegen deze achtergrond heeft de fractie van Echt voor Barendrecht de volgende vragen aan het college van B en W:
1. Kunt u aangeven in hoeveel gevallen in deze collegeperiode (2022–2026) handhavend is opgetreden tegen strijdig gebruik van woningen door kamerverhuur of verhuur aan meerdere personen, mede in het licht van de eerdere beantwoording (kenmerk 380580)?

2. Hoeveel meldingen over vermoedens van niet-legale bewoning zijn in deze collegeperiode bij de gemeente binnengekomen, en in hoeveel gevallen heeft dit geleid tot een inspectie ter plaatse?

3. Welke gemiddelde doorlooptijd hanteert de gemeente tussen een melding van vermoedelijke niet-legale bewoning en het eerste locatiebezoek door toezicht en handhaving?

4. Kan het college toelichten hoe de huidige werkwijze rondom meldingen en handhaving bij vermoedens van niet-legale bewoning in de praktijk functioneert, en op welke punten het college mogelijkheden ziet voor verbetering? In situaties waarin sprake is van doorverhuurconstructies (bijvoorbeeld eigenaar – verhuurmakelaar – uitzendbureau): welke partij spreekt het college primair aan op het feitelijk gebruik van de woning, en op basis van welke juridische of beleidsmatige overwegingen?

5. Is het college bereid om verhuurders, verhuurmakelaars en uitzendbureaus actiever aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om strijdig gebruik en overlast voor omwonenden te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

6. Wat is volgens het college voor inwoners de meest aangewezen wijze om melding te doen van vermoedens van niet-legale bewoning of kamerverhuur, en welke informatie is daarbij noodzakelijk of wenselijk om een melding effectief te kunnen beoordelen en opvolgen?