Uit de bijgevoegde tabel blijkt dat Barendrecht heeft voldaan aan de wettelijke eis om minimaal 50% van de woningen zonder bindingseisen aan te bieden (deze eis blijft ook gelden bij de gewijzigde Huisvestingswet). Daarbij is duidelijk dat Barendrecht de geboden ruimte om woningen met bindingseisen (waaronder voorrang voor Barendrechts) aan te bieden in de afgelopen drie jaar steeds beter heeft benut: van 31% (100%-69%) in 2021, naar 41% (100%-59%) in 2022 en naar 49% (100%-51%) in 2023.

Ondanks dat het percentage woningen dat aan vergunninghouders is toegewezen door de steeds hogere taakstelling is gestegen (van 3% in 2021 – waarbij een enorme achterstand is ontstaan – naar 13% in 2022 en naar 16% in 2023 – waarbij de eerder ontstane achterstand volledig is ingelopen), is ook het percentage overig (inclusief Barendrechters die tijdelijk in een andere gemeente in een instelling verbleven) toegenomen (van 3% in zowel 2021 als 2022 naar 9% in 2023).

De conclusie is dan ook dat Barendrecht maximaal gebruik heeft gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om voorrang te verlenen aan Barendrechters. De wetswijziging per 1 januari 2024 zal de voorrang voor Barendrechters verder ten goede komen.