Feyenoord-directeur De Jong lazert van voetstuk

23 December 2018, 16:43 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Voor veel supporters is Feyenoord-directeur Jan de Jong vrijdag met donderend geraas van zijn voetstuk gelazerd. Zonder voorbehoud stemde hij in met de verdere uitwerking van de plannen voor een nieuw stadion. In plaats van een leider die de belangen van de club centraal stelt, blijkt De Jong een slappe marionet die zijn oren laat hangen naar het stadsbestuur. En minstens net zo erg: hij maakt gewekte verwachtingen niet waar.

Eind september trad De Jong vol bravoure naar buiten via onder meer het AD en het tv-programma De Tafel van Kees. Hij eiste een jaarlijkse vergoeding van minimaal 25 miljoen euro uit een nieuw te bouwen stadion. Op dat moment was slechts 17,5 miljoen euro gegarandeerd. Ook zei De Jong dat Feyenoord altijd als eerste zijn geld zou moeten krijgen, dus vóór andere schuldeisers.

Zo. Dat leek heel wat.

Het stadsbestuur reageerde vinnig en venijnig. Wethouder Adriaan Visser was boos, en een groot deel van de gemeenteraad ook. We gaan niet ‘heronderhandelen’, zei Visser. Als Feyenoord zo nodig elk jaar 25 miljoen wil, moet de club dat zelf maar gaan regelen, voegde hij eraan toe. De Jong reageerde daar weer op door te zeggen dat hij zijn punt had gemaakt, en hier niet op terug zou komen.

Het was niet meer dan stoere praat voor de bühne, zo bleek achteraf. Loze kreten. Korte tijd later al, was Feyenoord in gesprek met mogelijke geldschieters met als doel het ‘eigen’ vermogen te vergroten. Door 30 miljoen euro op te halen, hoeft minder te worden geleend en kan de jaarlijkse bijdrage aan het spelersbudget alsnog omhoog naar de genoemde 25 miljoen per jaar. De club was dit dus zelf aan het organiseren, en moet zich nota bene in de schulden steken om de zogenaamde ‘keiharde eis’ richting gemeente ingewilligd te krijgen. Wat een vertoning, wat een slappe knieën. En of er inmiddels sprake is van garanties? Geen mens die het weet.

Misschien is het zelfs zo dat Jan de Jong en wethouder Visser dit alles van tevoren hebben afgesproken. De Jong kon op deze manier lekker scoren bij de eigen achterban. Tjongejonge, wat kwam deze man toch goed op voor de belangen van de club. En ondertussen via de achterdeur proberen om extra geld op te halen. Het was één groot toneelstuk.

Tegelijkertijd ging De Jong in gesprek met kritische supporters. Ook dát was achter gesloten deuren bekokstoofd, zo onthulde NRC nadat via een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur de hand was gelegd op diverse interne stukken en gespreksverslagen. Tijdens een vergadering van de Directieraad Feyenoord City noemde Jan de Jong het verzet tegen de nieuwbouwplannen ‘een lokaal protest dat we niet groter moeten maken dan het is’. Dit was dus hoe hij erover dacht. En de kritische supporters maar denken dat ze bij De Jong ‘een luisterend oor’ hadden gevonden.

Jan de Jong heeft al die tijd de mooie meneer gespeeld, maar hij had een dubbele agenda. En nu blijft hij stil. Toen hij zijn zogenaamde harde eis naar buiten wilde brengen, wist hij de media prima te vinden. Nu doet hij er het zwijgen toe. Misschien is dat maar beter ook. De Feyenoord-supporters zijn al die tijd bedrogen waar ze bij stonden.

Net als zijn verguisde voorganger Eric Gudde, is Jan de Jong een verklaard voorstander van de bouw van een nieuw stadion. Een wolf in schaapskleren. Hij doet alsof hij kritisch is, maar in werkelijkheid laat hij zich volledig inpakken door het stadsbestuur en door de vastgoedbedrijven, banken en adviseurs die beter gaan worden van het omvangrijke nieuwbouw- en gebiedsontwikkelingsproject Feyenoord City. Het belang van de voetbalclub — eens een volksclub — speelt daarbij geen enkele rol. Het gaat om geld, prestige en machtspolitiek. En dat alles over de rug van de supporters en niet te vergeten: de monumentale Kuip.

Feyenoord slaat een weg in waar het spijt van gaat krijgen. Het doodvonnis van de club is getekend.

 

De journalist Boudewijn Warbroek (1963) bezoekt wedstrijden van Feyenoord sinds 1975. Hij werkt als vrijwilliger voor supportersmagazine Hand in Hand en Stadion Sport Nieuws, en schreef mee aan ruim tien boeken over Feyenoord.