Splitsing profs-amateurs-stadion al in 1978

15 September 2019, 11:01 uur
Sport
mainImage
Inzet links: Cor Kieboom. Inzet rechts: Zittend 2e van links Leo van Zandvliet jr.

door Jan D. Swart

De Stichting Vrienden van de Kuip, die met de steun van een aantal gefortuneerde Feyenoord-supporters 15 miljoen euro biedt op de Kuip – om daarmee het erfgoed als onderpand uit handen van de bank Goldman Sachs te houden en het stadion daarna te renoveren en terug te geven aan de BVO Feyenoord – heeft bij het schrijven van de biedingsbrief aan de Sportclub Feyenoord als grootste aandeelhouder geen geschiedschrijver in de hand genomen.

Er wordt Feyenoord namelijk verweten recent de profsectie van de amateursectie te hebben gesplitst, ''waardoor de Vrienden van Feyenoord voor 30 miljoen moesten bijspijkeren.'' Maar daar zit ongeveer ruim dertig jaar tussen.

Feyenoord is in 1978 al gesplitst in een betaald voetbaltak en de amateurs. Bij die operatie behield de moedervereniging op Varkenoord de rechten van de aandelenmeerderheid van de Kuip. Op grond daarvan zijn het ook altijd de amateurs geweest die samen met de particuliere aandeelhouders de Raad van Commissarissen van de N.V. Stadion Feyenoord benoemden.

Dat de profs in 1978 de zeggenschap over het Stadion zouden kunnen krijgen was onbespreekbaar en is toen als mogelijkheid – waar iedereen nu actueel naar snakt – ook niet eens voorgesteld.

De splitsing tussen amateurs en prof bij Feyenoord kwam tot stand kort na het (achteraf: veel te vroege) vertrek van de integere manager Guus Brox, die in 1948 tot bestuurslid van Feyenoord was gekozen en in de beginjaren zestig fulltime manager werd. Zo’n functie had alleen Feyenoord in die tijd.

Zijn opvolger Peter Stephan stond aan de basis van de – nu omstreden - structuurwijziging. Hij liet die voorbereiden door de toenmalige secretaris van Feyenoord Dick Nieuwland, die deel uitmaakte van het dagelijks bestuur waarin Leo van Zandvliet jr. voorzitter was. Een half jaar na de splitsing trad het nieuwe bestuur betaald voetbal (met Van Zandvliet als voorzitter) alweer af, omdat sommigen hun dubbelfunctie (lid van de Raad van Commissarissen van de N.V. Stadion) niet wilden opgeven.

Lid zijn van de RvC van Feyenoord was een erefunctie, die aanzien gaf en nooit onder publicitaire stroom stond. Eén keer eerder in de geschiedenis van Feyenoord zijn de betaald voetbaltak en de N.V. Stadion redelijk één organisatie geweest. Dat was toen Hans Kraay in de eindjaren tachtig zowel directeur van de BVO Feyenoord als directeur van het Stadion was. Hij bouwde de eerste businesstribune (achter glas). Dat bleek een zeperd, want men hoorde de veldgeluiden niet.

Na Kraay volgde de HCS-affaire en scheelde het weinig of het jonge Brabantse computerbedrijf had toen De Kuip gekocht. Maar dat werd net op tijd verijdeld door Stadion-commissaris Jaap de Jong, de zaakwaarnemer van Coen Moulijn. Shirtsponsor HCS werd – aardig detail – toen geleid door Huub van den Boogaard en zijn secretaresse was Shula Rijxman, nu de allergrootse baas bij de NPO.

Kieboom

De splitsing bij Feyenoord tussen profs en amateurs was zeer tegen de wens van de legendarische oud-voorzitter Cor Kieboom. In een open brief in de toenmalige grootste krant van Rotterdam – Het Vrije Volk – deed hij een beroep op de beleidsmakers van Feyenoord om van deze scheiding der geesten af te zien. ‘’Mensen, wacht met de plannen tot na mijn dood’’, schreef hij.

Maar de initiatiefnemers hebben toen toch doorgezet. Ze lieten zich leiden door de omstreden manager Peter Stephan. ‘’Uit oogpunt van moderne bedrijfsvoering is het absolute noodzaak je sectie betaald voetbal in een aparte Stichting onder te brengen’’, zei hij in dezelfde krant.

Zijn manoeuvre (en die van het toenmalige bestuur) was erop gericht het betaald voetbal risicovrij te laten opereren los van de amateurbegroting. Ook wilde Stephan het profvoetbal niet opzadelen met bestuurswisselingen die op een algemene clubledenvergadering werden doorgedrukt. Slim als hij was, doorzag Stephan dat zijn baan afhankelijk kon zijn van pakweg de spelers van Feyenoord 10 en Feyenoord 11 die op een jaarvergadering kwamen stemmen.

Tussen 1968 en 1978 zijn de bestuursleden van Feyenoord elkaar ook in razend tempo opgevolgd. Er was destijds een enorme drang naar een bestuursfunctie, omdat Feyenoord in 1970 Europees- en wereldkampioen was geworden. De latere legendarische perschef Fred Blankemeijer, die niet op zijn mondje gevallen was en bereid was vijanden te maken, is in die periode twee keer weggestemd, maar wel twee keer terug gekomen.

Toen de splitsing in 1978 na veel interne ruzie een feit was, weigerde oud-voorzitter Cor Kieboom langer plaats te nemen op de oude sjieke bestuurstribune aan de Olympia-zijde. Hij maakte gebruik van zijn aandeelhoudersplek en ging in het zonnetje op de Maastribune zitten. Hij heeft dat volgehouden gedurende de volledige periode dat Guus Couwenberg voor de tweede keer voorzitter was. Couwenberg was zijn aartsvijand, omdat hij hem was opgevolgd in 1968 toen Kieboom op sterven lag. Maar toen Kieboom als door een wonder genas was hij zijn voorzitterschap kwijt.