Er komt beweging in de behoefte om Rotterdamse topsporters te vereeuwigen. De raadsleden Yiğit en Van Elck hebben die wens nu schriftelijk in overweging gegeven aan sportwethouder Sven de Langen. Ze verwijzen daarbij naar Schiedam waar bijvoorbeeld een wall of fame bestaat. De eerste gedachte van de politieke partijen Leefbaar en Denk is om zo’n muur ook in Rotterdam te realiseren en een commissie in te stellen die jaarlijks bekijkt welke topsporters en ex-topsporters eraan kunnen worden toegevoegd.

In Rotterdam hebben nu alleen straten en lanen namen van bekende sportgrootheden uit de stad. In de wijk Nieuw Terbregge vindt men ze terug van bijvoorbeeld de topbiljarter Piet van de Pol en oud Oranje-voetballers als Leen Vente en Henk van Spaandonck. Ook beroemde bestuursleden zoals Henk Zon hebben er een straat. In de wijk Veranda – recht tegenover De Kuip – hebben vooral veel oud-voetballers van Feyenoord een ereplek met de Bas Paauwestraat, de Kees Pijlstraat en de Theo Laseromsstraat. En ook daar is men de legendarische voorzitter Cor Kieboom en trainer Ernst Happel niet vergeten.

In het verleden heeft Rotterdam wel een enkel standbeeld van sporthelden laten verrijzen. Sinds de zomer van 1956 ‘finisht’ Fanny Blankers Koen vlak voor de ingang van de Diergaarde. Wie dat beeld van de overigens niet-Rotterdamse destijds heeft bekostigd is niet bekend, maar het standbeeld van de geboren en getogen Crooswijkse bokser Bep van Klaveren – met zijn beroemde loopbaan in Amerika – is vrijwel volledig betaald door zijn fan Aad Veerman. Het kostte hem veel overredingskracht om het beeld op de plek te krijgen waar het nu nog steeds staat: op de grens van Crooswijk en Kralingen. Het laatste standbeeld van een Rotterdamse sportcoryfee was voor Coen Moulijn. Aanvankelijk stond het vóór de Kuip, nu binnen de muren van het stadion vóór de oude ingang aan de Olympia-zijde.

Het eren van oude sporthelden gebeurt in Rotterdam meestal clubgewijs. De drie betaalde voetbalclubs hebben in hun stadions gangen met portretten en benoemen tribunes naar hun topspelers. In gezamenlijkheid zijn er in de tachtiger jaren alleen reünies geweest. Er waren avonden met ‘voetballers met Rotterdamse jaren’ en ook de Rotterdamse Sportpers organiseerde destijds in besloten kring in Ahoy jaarfeesten.