Het avontuur van Feyenoord in de Europa League is voorbij. De Rotterdammers verloren op de slotdag van de groepsfase bij Porto, 3-2. Desondanks was de manier waarop de Rotterdammers voor rust een achterstand van 2-0 wegwerkten indrukwekkend, maar niet genoeg. In elk geval maakte Feyenoord er iets van voor de 2500 meegekomen fans, die een paar dagen eerder van de UEFA te horen hadden gekregen dat ze toch welkom waren.

De openingsfase was onwerkelijk. Na 22 minuten was de stand 2-2, binnen de kortste keren stond Porto op 2-0. Eerst nam Luis Díaz de bal ineens op de schoen na een voorzet van Alex Telles. Doelman Nick Marsman zag de bal onder zich door glippen. Vervolgens tikte Tyrell Malacia de bal in eigen doel. Hij deed dat na een 'assist' van Tiquinho Soares, die een paar verdedigers van Feyenoord de verkeerde kant op had gestuurd.

Feyenoord kwam terug. Eric Botteghin kopte raak, na een hoekschop van Orkun Kökcü. Daarna zorgde Sam Larsson voor de gelijkmaker. De Zweed, vervanger van de afwezige Nicolai Jørgensen, tikte heel fraai binnen na een inleidende actie van Malacia op de linkerflank.

Soares was er verantwoordelijk voor dat de thuisclub met een voorsprong (3-2) ging rusten. De Braziliaan werkte de bal met een soort van sliding over de lijn. Het had er alle schijn van dat hij daarbij ook zijn landgenoot Botteghin omver maaide, maar de Duitse scheidsrechter Deniz Aytekin maakte daar geen punt van. De situatie was ingeleid met een hard schot van Otavio, ook uit Brazilië, dat nog net door Marsman gekeerd kon worden.

In de slotfase van het eerste deel kreeg Steven Berghuis geel, nadat hij na een aanvankelijk correcte sliding zijn tegenstander nog even een 'tikje' meegaf. De aanvoerder mocht blij zijn dat de arbiter geen rood gaf.

Feyenoord gaf niet op en was na de hervatting enkele malen dichtbij de gelijkmaker. Jens Toornstra raakte de paal en Luciano Narsingh strandde op doelman Agustin Marchesín na een goede actie van Yassin Ayoub, de andere invaller.