De provincie Zuid-Holland heeft bepaald dat op het Vaanplein windturbines mogen worden geplaatst. Dit besluit is sinds 2017 onherroepelijk en kan niet meer worden teruggedraaid.  De exacte locatie binnen het zoekgebied, het aantal windmolens (twee of drie) en hoe hoog de windmolens precies gaan worden, is nu nog niet bepaald. Dat is aan de ontwikkelaar. Wie de ontwikkelaar wordt, is naar verwachting begin 2022 bekend. Dan eindigt de tenderfase met de selectie van een exploitant door de grondeigenaren Staatsbosbeheer en Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ).
 
In september maakte de Inspectie Leefomgeving en Transport desgevraagd bekend dat er een ontheffingsmogelijkheid op de originele hoogtebeperking aangevraagd kan worden. Dat betekent dat de ontwikkelaar hogere windmolens kan bouwen dan volgens de oorspronkelijke hoogtebeperking gold (maximale tiphoogte van 147,5 meter).
 
Gemeente wil maximale invloed en regie
Wethouder Tanja de Jonge wil vanuit de gemeente maximale invloed en regie op de hoogte en het aantal windmolens: “Ik wil niet wachten op een ontwikkelaar die gaat kiezen voor de plek waar de windmolens het meeste opbrengen. Ik wil als gemeente zorgen voor maximale inspraak en betrokkenheid voor onze inwoners en de overlast zoveel mogelijk beperken door te beïnvloeden waar de windmolens komen.”
 
Als het aan de wethouder ligt, dan acteert de gemeente pro-actief in de procedure rondom de windmolens. Dat betekent het opstarten van een m.e.r.-procedure en bestemmingsplan om te kunnen bepalen aan welke regels de ontwikkelaar zich straks bij het kiezen voor hoogte en omvang van de windmolens moet houden.
 
In de zogenaamde m.e.r.-procedure (milieueffectrapportage) onderzoekt de gemeente de effecten van de windmolens op het milieu. Verschillende alternatieven, zoals het aantal molens en verschillende hoogten worden onderzocht op de mogelijke overlast op de directe omgeving. De resultaten uit het m.e.r.-onderzoek kunnen worden vastgelegd in het bestemmingsplan, waar later de vergunningsaanvraag van de ontwikkelaar aan wordt getoetst.  Tanja de Jonge: “Door pro-actief te handelen zorgen we voor drie inspraakmogelijkheden voor de inwoners, namelijk eerst tijdens de m.e.r.-procedure, vervolgens tijdens het bestemmingsplantraject én de derde mogelijkheid is tijdens de vergunningenprocedure.”
 
“Doen we dit niet, dan gelden nog de regels van het Toetsingskader uit 2015. Als het plan past binnen het uit 2015 geldende Toetsingskader maar de locaties zijn ongunstig dan kan het college niets anders doen dan de vergunning verlenen. Als de vergunning namelijk op oneigenlijke gronden wordt afgewezen dan kan dat aanleiding zijn om dit besluit door de ontwikkelaar bij de rechtbank aan te vechten. Ook is inspraak voor bewoners dan beperkt. Dan zijn we afhankelijk van de ontwikkelaar hoe bewoners betrokken worden.“
 
Inmiddels is de gemeente ook een Klankbordgroep gestart met een vertegenwoordiging van inwoners uit gemeente Rotterdam en Barendrecht. “En we gaan breder in gesprek met inwoners om hen te informeren en betrekken.”
 
Reactief of pro-actief?
Op 14 december, gaat de wethouder in gesprek met de commissie om dit voorstel te bespreken. “In de raadsvergadering van september 2021 dienden de VVD en EVB een motie in om het project te vertragen, die daarmee een meerderheid had. In het scenario van de motie gaan we reactief handelen op de in te dienen omgevingsvergunning van een ontwikkelaar. Als we dat doen is de kans groot dat de ontwikkelaar met een voor de inwoners ongunstig plan komt. De ontwikkelaar zal kiezen voor de economisch gunstigste locaties van de windmolens. Het kan zijn dat de exacte plekken van de windturbines dan niet heel gunstig zijn gelegen als het gaat om leefbaarheid en gezondheid van onze inwoners. Bijvoorbeeld omdat er dan veel bomen voor moeten worden gekapt. Dan heeft de gemeente geen middelen meer in handen om invloed uit te oefenen op de kwaliteit van de windmolens en de manier waarop inwoners hierbij betrokken kunnen worden. Daarom heb ik voorkeur voor de pro-actieve aanpak, waarbij we de participatie van inwoners maximaal maken.”