Burgemeesters zijn niet blij met het advies van de Raad van State, dat negatief oordeelt over een verbod op lachgas. Het kabinet wil lachgas op de Opiumlijst plaatsen, maar volgens het adviesorgaan is dat plan onvoldoende onderbouwd. Volgens het advies van de Raad maakt het kabinet niet duidelijk waarom plaatsing op de Opiumlijst noodzakelijk is om de verkoop en het recreatief gebruik van lachgas terug te dringen.

Het wetsvoorstel van het kabinet voorziet in een uitzondering voor toekomstig legaal gebruik van lachgas, bijvoorbeeld in de voedselindustrie. Dat zou het lastig maken een verbod te handhaven, volgens de Raad. Ook de werkdruk bij het Openbaar Ministerie zou handhaving in de weg staan.

Gemeenten kunnen wel een lokaal verbod instellen, maar dat is alleen toegestaan in gebieden waar overlast is. Dat is volgens de burgemeesters geen oplossing, omdat het probleem zich dan steeds naar andere gebieden in de steden verplaatst. Voor de VVD Barendrecht is bovenstaande aanleiding om vragen te stellen aan het college van B en W:

1)  Hoe vaak is er de afgelopen 18 maanden sprake geweest van overlast (mede) veroorzaakt door ge-/misbruik van lachgas? Is daar tegen opgetreden, zo ja, door de politie of door de BOA’s en op basis van welke juridische grondslag?
2)  Is de aanname juist dat, gelet op eerdere discussies over dit onderwerp in de raad, u het niet eens kunt zijn met (de onderbouwing van) het advies van de Raad van State? Kunt u dat dan nader motiveren?
3)  Indien dat zo is, bent bereid zowel (a) via de VNG, als (b) direct, druk uit te oefenen op het kabinet en de Tweede Kamer om de strafbaarstelling in de Opiumwet te realiseren?
4)  Indachtig de eerdere discussie in onze raad, welke andere reële andere opties ziet u tot adequate handhaving van het ge-/misbruik van lachgas in de openbare ruimte, zoals APV/bestuursrechtelijke handhaving? Is, naast de BOA’s, ook de politie dan bereid om op basis daarvan te handhaven?