Recent is door een Barendrechtse bureau een onderzoek verricht naar het functioneren van de BOA’s. De VVD acht een goed functionerende groep BOA’s van groot belang voor de handhaving van leefbaarheid. Een taakstelling die overigens anders is dan die van de politie in gevolge de Politiewet. Met betrekking tot dit onderzoek is een rapport in handen van het college van B en W gesteld.
 
De VVD Barendrecht heeft over het onderzoek de volgende vragen aan het college van B en W gesteld:
 
Wat was de aanleiding voor, dan wel wat is het doel van, dit onderzoek?
Waren er aanwijzingen dat er in de uitvoering sprake was van handhavingsgebreken?
Welk onderzoeksbureau heeft u ingeschakeld, wat kwalificeerde dit bureau?
Indien geen onderzoeksbureau is ingeschakeld, wie heeft het onderzoek dan wel verricht en wat kwalificeerde die persoon specifiek op het terrein van taken en bevoegdheden van BOA’s?

Ten behoeve van het onderzoek heeft een burger met de BOA’s meegelopen. Ook bij de opvolging en afdoening van meldingen. Deze burger heeft ook een zogenaamde druppel ontvangen, zodat deze te allen tijde zich zelfstandig toegang kon verschaffen tot de Veiligheidspost. Hierin zijn zowel de politie als de BOA’s gehuisvest.
Op basis van welke titel was die burger aanwezig (zoals meerijden) bij de opvolging en afdoeningen van meldingen?
Hoe is dat voor die burger verzekeringstechnisch afgedekt geweest?
En meest belangrijk, op welke wijze heeft u daarbij het handhaven van de vertrouwelijkheid en de naleving van de WPG geborgd c.q. de strijdigheid daarmee
afgedekt?