VVD stelt vragen over financiering van nieuwbouwplan BVV Barendrecht

25 September 2025, 17:57 uur
Lokaal
mainImage

Op dinsdag 7 oktober a.s. wordt het voorstel voor het ter beschikking stellen van een investeringsbudget aan de BVV Barendrecht voor de nieuwbouw van een sportaccommodatie en gezondheidscentrum op Sportpark de Bongerd in de gezamenlijke commissie AZ&F in Barendrecht direct adviserend besproken.
Het voorstel is financieel en juridisch nogal technisch van aard. Om de efficiency van het overleg te bevorderen stelt de VVD - na bestudering van de stukken – nu reeds de volgende technische vragen.
 
Het voorstel heeft (samengevat) de volgende financiële structuur:
- Het verstrekken van een investeringssubsidiebudget ad €2,83 miljoen (en deze te activeren op de balans en de daaruit voortvloeiende kapitaallasten te verwerken in de begroting);
- Een garantstelling maximaal ad €3,75 miljoen voor lening bij de BNG;
- Het indekken van de financiële risico’s met zekerheidsstellingen.
 
De investeringsbudgetsubsidie bedraagt circa 1/3 deel van de totale kosten ad. €8,55. Na aftrek van de btw voor de kantine inventaris €8,5 miljoen.
 
De BVV Barendrecht heeft begin dit jaar een BOSA-subsidie aangevraagd ad € 1,61 miljoen. Deze subsidie is nog niet verstrekt en onduidelijk is wanneer het Ministerie van VWS hier uitsluitsel over geeft.
 
De financiële businesscase geeft inzicht  in de maximale investering die BVV kan doen, waarbij de jaarlijkse 3exploitatie op de lange termijn sluitend blijft. Met de maximale investering ad €8,55 miljoen, het ontvangen van de BOSA-bijdrage, het verkrijgen van de BNG-lening en de gemeentelijke investeringssubsidie is de businesscase sluitend. 
 
De BVV Barendrecht heeft inmiddels zelf € 310.000,- vooruit geïnvesteerd. De diverse bedragen tellen op tot € 8,5 miljoen.
 
Vragen van VVD Barendrecht
1. Is het hiervoor gestelde correct?
2. Het wel of niet verkrijgen van de BOSA-subsidie is toch een belangrijke variabele?
Immers zonder dat geld sluit de businesscase met een tekort van 1,61 miljoen. Wat is de reden dat niet gewacht wordt op duidelijkheid over het verkrijgen van de BOSA-subsidie voordat het voorstel aan de gemeenteraad wordt voorgelegd?  
3. Wordt de BOSA-subsidie wél verstrekt, dan is de bijdrage van de gemeente Barendrecht toch te hoog? Immers het bedrag van de BOSA-subsidie (en de btw) dienen van het brutobedrag te worden afgetrokken. Anders zouden we subsidie over subsidie verstrekken. Ergo de door de gemeente Barendrecht te verstrekken investeringssubsidie kan dan maximaal bedragen (€ 8,5 miljoen minus €1,61 miljoen gedeeld door 3 =) € 2,3 miljoen. En dus niet € 2,83 miljoen. Kunt u hierover duidelijkheid geven?
4. Moet hieruit worden afgeleid dat het college er op voorhand reeds vanuit gaat dat de BOSA-bijdrage niet zal worden ontvangen? Vindt het college dan niet dat het voorstel moet worden aangehouden en behandeld wordt na hetzij een nieuwe aanvraag en verstrekking, hetzij na een definitieve afwijzing?
5. Heeft de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) inmiddels haar goedkeuring verleend? Dat is toch een harde en voorafgaande voorwaarde?
6. Sprake is van een gezondheidscentrum (huisarts en fysiotherapie). Dat is een economische activiteit, die evenals sport en sportactiviteiten niet wordt aangemerkt als een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB). Daarmee is het aan te merken als (indirecte) staatssteun. Uit de reactie van de Sportraad is op te maken dat hiermee het bedrag ad € 700.000,- van het investeringsbudget gemoeid is. Neemt BVV Barendrecht dan niet alleen een btw-risico, maar ook een VPB-risico?
7. Staatssteun is verboden, maar onder de zogenaamde de-minimisregeling is staatsteun toegestaan tot maximaal € 300.000,- over een periode van het huidige jaar en de twee daaraan voorafgaande jaren (over drie jaren). Eerdere c.q. andere steun (subsidies) dient daarvan nog te worden afgetrokken.
a. In hoeverre is gekeken naar staatssteun en de gevolgen daarvan?
b. In hoeverre is subsidie aan een (mede) economische activiteit te rechtvaardigen, of is het feitelijk een verpakte steunmaatregel?
c. Is deze situatie wel of niet strijdig met de nationale en Europese wetgeving betreffende verboden staatsteun?
8.    Hoe rechtvaardigt het college de steun aan dit gezondheidscentrum in relatie tot andere hulpvragen over bijvoorbeeld gecombineerde artsenpraktijken?