Nederlanders gaan dit jaar flink meer moeten betalen aan woonlasten, blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis (VEH). In enkele gemeenten stijgt de ozb zelfs met meer 35 procent.
De landelijke stijging van deze woonlasten is volgens het onderzoek grotendeels te verklaren door de vermindering in geld dat gemeenten krijgen vanaf 2026. Gemeenten ontvangen in 2026 maar liefst 2.4 miljard euro minder van de overheid. Dit betekent dat huiseigenaren voor dit verlies moeten gaan compenseren door middel van hogere gemeentelijke belastingen.
Bijna één vijfde van alle gemeenten in Nederland moet door het verlies van deze inkomsten hun ozb verhogen met meer dan 10 procent. Waar sommige gemeenten het verlies van inkomsten nog kunnen compenseren door een hogere toeristen- of parkeerbelasting te hanteren, zijn er ook veel gemeenten waar dit niet mogelijk is. Het enige alternatief voor deze gemeenten is het verhogen van de ozb.
Soorten heffingen
De woonlasten voor wooneigenaren bestaan uit drie soorten heffingen: onroerendezaakbelasting (ozb), Afvalheffing en Rioolheffing. Samen met de riool- en afvalstoffenheffing komt de gemiddelde aanslag voor huiseigenaren dit jaar iets boven de €1.000 uit. Dat is bijna 5,5 procent meer dan vorig jaar, toen de gemeentelijke woonlasten gemiddeld €950 bedroegen. In Barendrecht lag dit bedrag in 2024 op €1023,01. In 2025 is dit gemiddeld €1136,07, wat gelijk staat aan een stijging van 11,1 procent. Per heffing betekent dit het volgende:
ozb: €392,31 (€382,81 in 2024)
Afvalheffing: €501,12 (€441,24 in 2024)
Rioolheffing: €242,64 (€198,96 in 2024)
In de naaste gemeenten Ridderkerk en Albrandswaard vallen de stijgingen een stuk lager uit met een respectievelijke 2 en 2,4 procent. Dit staat gelijk aan een stijging van gemiddeld €23,43. Gemiddeld betalen wooneigenaren in Nederland dit jaar 6,2 procent meer aan woonlasten dan in 2024. Aan kop gaat de gemeente Renkum met een stijging van 41%.
Door: Exxact