De rechtbank Rotterdam heeft op 8 januari 2025 een tussenvonnis gewezen in het geschil tussen ProRail en de gemeente Barendrecht. Dit conflict ontstond doordat de gemeente zich niet hield aan de afspraken over de bouw van een nieuwe verkeersleidings- en incidentenbestrijdingspost in Barendrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente haar verplichtingen uit de grondruilovereenkomst heeft geschonden.
Aansprakelijkheid en vervolgprocedure
Het tussenvonnis bevestigt dat de door ProRail gevraagde ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. Daarnaast is de gemeente Barendrecht aansprakelijk voor de schade die ProRail heeft geleden door het niet nakomen van de afspraken. De exacte hoogte van de schadevergoeding zal in een volgende fase van de procedure worden bepaald. De gemeente Barendrecht kan nog in beroep gaan tegen dit vonnis. ProRail heeft in eerdere besprekingen een bedrag van 15 miljoen euro geeist. Dat zou een enorme tegenvaller voor Barendrecht zijn dat al financiële problemen heeft.
Achtergrond nieuwe verkeersleidingspost
Sinds 2016 werkt ProRail aan de bouw van een nieuwe verkeersleidingspost aan de achterzijde van station Barendrecht. Voor dit doel kocht ProRail eerder grond van de gemeente. In het geplande gebouw zouden de verkeersleidingsposten Rotterdam en emplacement Kijfhoek worden samengevoegd, samen met de incidentenbestrijdingsdienst van ProRail regio Randstad-Zuid.
Conflict met woningbouwproject
De gemeente startte later in hetzelfde gebied met de ontwikkeling van woningbouw in het project De Stationstuinen. De gemeente is van mening dat door de woningbouwopgave de functies en activiteiten van de verkeersleidingspost, inclusief het oefen- en parkeerterrein, niet bij de visie en functies van het woningbouwproject passen. Bij het vinden van een vervangende locatie hebben Barendrecht en ProRail elkaar niet kunnen vinden in een alternatief. ProRail benadrukt dat het wil meewerken aan een snelle zakelijke afronding waardoor de woningbouw in Barendrecht niet belemmerd wordt en ProRail haar eigen publieke taak kan uitvoeren.