Prijzen Barendrechtse nieuwbouwwoningen passen niet bij inkomens

21 April 2022, 10:20 uur
Lokaal
mainImage
Digitaal Dagblad

De huizenprijzen in Barendrecht zijn niet meer in verhouding tot het inkomen van Barendrechters, dat concludeert de Rekenkamer na een nieuw onderzoek. Volgens de onderzoekers is de situatie sinds 2015 alleen maar verslechterd.

Tegenover een stijging van het al relatief hoge percentage dure woningen binnen de totale woningvoorraad, stond een daling van het percentage ‘hoge’ inkomens. Tegelijkertijd bleef de bouw van woningen in het sociale segment achter bij de doelstellingen. Het woonbeleid van de gemeente heeft dus niet bijgedragen aan meer evenwicht, concludeert de Rekenkamer. Men onderzocht hoe en in welke mate het woonbeleid van de gemeente Barendrecht heeft bijgedragen aan een betere aansluiting tussen vraag en aanbod.

De prijsstijgingen op de woningmarkt zijn een landelijk fenomeen. Het Barendrechtse woonbeleid heeft deze situatie niet kunnen verzachten. In de woonvisie schatte de gemeente de vraag naar goedkope woningen opvallend laag in en die naar dure woningen juist hoog. Het gevolg: het woonbeleid was vooral gericht op de bouw van woningen in het dure segment, terwijl een prikkel ontbrak om goedkope en betaalbare woningen te bouwen. Tussen 2015 en 2020 bestond 17 procent van de nieuwbouw uit sociale huurwoningen. Daarmee is de doelstelling van 25% niet gehaald, wat op zichzelf al krap was gezien de vraag naar deze woningen.

De rekenkamer concludeert daarnaast dat het zicht op de nieuwbouw te beperkt is. Er is geen totaaloverzicht beschikbaar van het type gebouwde woningen, zoals sociale, middeldure en dure woningen. Terwijl deze ‘segmenten’ wel het uitgangspunt van het woningbeleid zijn. Dit belemmert het inzicht in de voortgang van de doelstellingen.

Gaandeweg is de gemeente zich actiever gaan opstellen binnen het woondossier. Zo zet Barendrecht sinds 2019 een ‘Verordening middeldure huur’ in om de bouw van woningen in het middensegment te kunnen afdwingen. Bij de bouw van zo’n 3.200 woningen in de Stationstuinen, wil de gemeente voor alle middeldure koopwoningen een zelfbewoningsplicht opleggen.

Inmiddels werkt de gemeente ook aan nieuwbouwplannen voor meer woningen in het sociale segment. Dit gebeurde mede door druk van andere gemeenten in de regio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. De samenwerking binnen de regio Rotterdam wordt nauwer en minder vrijblijvend. Het gemeentelijk woonbeleid wordt hierdoor in toenemende mate ingekaderd door regionale afspraken.

De rekenkamer beveelt daarom aan om de gemeenteraad beter aangesloten te houden op de ontwikkelingen in de regio, bijvoorbeeld met betrekking tot besluiten die binnen de regio worden genomen en de Barendrechtse inzet daarbij.