Het kabinet publiceert op 1 juli de subsidieregelingen voor projecten om aandacht te besteden aan het slavernijverleden en iets te doen aan de gevolgen die nog steeds doorwerken. Maatschappelijke organisaties in Nederland en op de Caribische eilanden kunnen vanaf het najaar aanvragen indienen. Nazaten van tot slaaf gemaakten die in Nederland wonen, kunnen vanaf 1 juli ook hun naar dit verleden verwijzende achternaam laten veranderen.

Bewoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius moeten naar verwachting nog een half jaar wachten op dat laatste, schrijven demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) en zeven andere bewindslieden in een Kamerbrief.

Mark Rutte heeft in december 2022 namens de Nederlandse staat zijn excuses aangeboden voor het Nederlandse slavernijverleden. Koning Willem-Alexander herhaalde die excuses op 1 juli 2023, precies 150 jaar nadat hier feitelijk een einde aan kwam. Hij vroeg ook om "vergiffenis" om de rol van het Koninklijk Huis in deze geschiedenis.

In zijn toespraak beloofde Rutte dat zijn excuses een komma waren en geen punt. Het kabinet maakte 200 miljoen euro vrij voor "erkenning, excuses, herstel". De helft daarvan gaat naar nieuw kabinetsbeleid, de andere helft naar subsidieregelingen.

Voor zowel Nederland als de Caribische eilanden is een subsidiepot van 33,3 miljoen euro beschikbaar. Ministeries hebben uitgebreid gesproken met maatschappelijke organisaties en inwoners van Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk om te horen wat ze belangrijk vonden. Onder dat laatste vallen zowel de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba als de zelfstandige landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Suriname krijgt ook een subsidieregeling waar net zoveel geld voor beschikbaar is. In deze voormalige kolonie lopen de meningen uiteen over waar het geld naartoe moet. Een extra complicerende factor is dat het geld weliswaar uit Nederland komt, maar wordt verdeeld door Suriname, dat een zelfstandig land is. Daarom is meer tijd nodig voor overleg en gaat deze regeling niet van start op 1 juli. Dat zal volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken wel voor het einde van het jaar gebeuren.