Minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) waarschuwt de Tweede Kamer alvast dat de renovatie van het Binnenhof opnieuw fors duurder uitpakt dan jaar op jaar wordt ingeschat. Pas eind april wordt duidelijk hoeveel budget het demissionaire kabinet extra wil reserveren voor de renovatie en de tijdelijke huisvesting, schrijft hij aan de Kamer. Een jaar geleden was er al ruim 843 miljoen euro nodig, terwijl in 2015 werd uitgegaan van een startbudget van 475 miljoen euro.

Na de laatste voortgangsrapportage van bijna een jaar geleden zijn volgens De Jonge "aanvullende eisen rond veiligheid en duurzaamheid in ontwerpen en plannen verwerkt". Dat brengt extra kosten met zich mee. Het renovatieproject heeft daarnaast ook last van de "fors gestegen prijzen van materialen en lonen in de afgelopen jaren", schrijft de minister. Ten opzichte van eerdere ramingen gaat het om een "aanzienlijk bedrag" waarvoor "naar oplossingen wordt gekeken".

Naast gestegen bouwkosten is de technische staat van de gebouwen op het Binnenhof "veel slechter dan waar bij de start van het renovatieproces van uit is gegaan", meldt De Jonge. De dakconstructie van onder meer de plenaire zaal en de Eerste Kamer is instabiel. De muren van de monumentale delen van het Tweede Kamercomplex zijn ook in slechtere staat dan eerder gedacht.

Door de "complexiteit" van de renovatie maken aannemers hogere kosten dan bij reguliere projecten. Veel werkzaamheden moeten in de monumentale gebouwen handmatig worden uitgevoerd. Loonkosten voor aannemers zijn hoger dan verwacht omdat er voor het monument "schaarse specialistische kennis nodig is" en er strenge veiligheidsvoorwaarden gelden om op het Binnenhof te mogen werken.

De maatregelen om de stikstofuitstoot te minimaliseren zijn ook kostenverhogend volgens De Jonge. Daarnaast moeten er, opnieuw, extra veiligheidsmaatregelen worden genomen.