100 jaar Spido herinnert aan de Reus

12 April 2019, 16:48 uur
Haven
mainImage
De Reus van Rotterdam met zijn vader bij de Spido

Het 100-jarig bestaan van de Spido roept bij de babyboomers in Rotterdam herinneringen op aan de Reus van Rotterdam uit de Gouvernestraat. Maar óók bij de makers van het donderdag gepresenteerde Spido-jubileumboek Venster op de Rotterdamse haven, die hem op een van de pagina’s portretteren. Het is het beeld van de begin vijftiger jaren wanneer de 2 meter en 38 centimeter lange Rigardus Rijnhout op de kade van de Willemskade bij de pontons van de Spido foto’s van zichzelf verkoopt en zijn vader hem daarbij assisteert. Op deze foto nog lopend, later in een fietsrolstoel.

‘’De reus kan niet meer lopen, daarom alleen z’n foto’s verkopen.’’ Het zelf gemaakte rijmpje van Rigardus Rijnhout gaf de tragiek weer van een in 1954 32-jarige jongen, die letterlijk en figuurlijk uit zijn krachten was gegroeid en na een fietsongeluk zijn (aan zijn lengte aangepaste) beroep van schilder niet meer kon beoefenen. Toen besloot hij zijn bezienswaardigheid uit te venten en inderdaad: de bezoekers van de Spidoboten keken hun ogen uit.

‘Rijn’ heeft er jaren gestaan en gezeten en altijd vergezeld door zijn vader, die de buschauffeurs paaide met een pakje sigaretten, waarna zij samen aan zo'n volle bus nieuwsgierigen ‘’een tientje verdienden’’, citeert schrijfster Evy van Ast uit een interview in Het Vrije Volk met de vader van de Reus. 

Rigardus Rijnhout, die zodoende deel uit maakt van de 100 jarige geschiedenis van de Spido, is niet oud gestorven. Hij stierf op 36-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hypofysetumor, precies 60 jaar geleden. Toen zijn gezondheid achteruit ging en hij opgenomen moest worden in het Academisch Ziekenhuis in Leiden werd een hijskraan ingezet om hem vanaf de tweede etage in zijn ouderlijk huis aan de Gouvernestraat naar beneden te takelen.

‘’Als we ’s winters geld tekort kwamen, want dan voeren de Spidoboten niet, dan gingen we naar de temeiers op Katendrecht. Want die wijvies waren altijd goed voor een tientje per foto’’, zei vader Rijnhout in een groot interview in 1977 in Het Vrije Volk tegen de toenmalige verslaggever Jan D. Swart. ‘’En verder trokken we de wintermaanden van Sociale Zaken. We hadden het niet breed, maar ook geen armoe geleden. Daarom heb ik me na Rijns dood vooral geërgerd aan de verzonnen verhalen. Ze maakten een soort Dik Trom van hem die in staat was om vanaf de Veerhaven ruiten in te gooien op Katendrecht. Rijn zou kleren aan de binnen- en buitenkant hebben gedragen. Rijn zou met z’n tanden een bestelwagen hebben weggetrokken en hij at ook geen twee broden per dag en méér van die onzin. En hij is ook niet eenzaam gestorven, want we waren een hecht gezin en hingen als klitten aan elkaar. Bovendien was Rijn een doodgoeie knul.’’

In Rotterdam West bestaat het R. Rijnhoutplein en in het wijkpark op de grens van West en het Centrum - achter de Gouvernestraat - staat zijn standbeeld op ware grootte.