Zetelroof of zuivere democratie?

3 September 2025, 15:11 uur
Columns , Lokaal
mainImage

Mag een raadslid zijn of haar zetel meenemen bij een overstap naar een andere partij? Deze vraag popte deze week weer op na het vertrek van raadslid  Richard Carlebur van Echt Voor Barendrecht (EVB). Juridisch is het antwoord eenvoudig, ethisch ligt het vele malen complexer. De recente overstappen van René Schuurman en Richard Carlebur van EVB naar het nieuwe Barendrechts Belang laten dat glashelder zien.

Volgens de Gemeentewet is een zetel geen eigendom van een partij, maar van de persoon die gekozen is. Raadsleden leggen een eed af dat zij zonder last zullen stemmen. Het mandaat is dus persoonlijk. Daarom konden Schuurman en Carlebur hun zetels behouden. Juridisch valt er niets tegenin te brengen: de democratische rechtsstaat beschermt de onafhankelijke volksvertegenwoordiger.

Maar politiek en maatschappelijk voelt dit anders. EVB sprak van “zetelroof”, en niet zonder reden: kiezers stemden op een partij, en dankzij die partij is een kandidaat überhaupt in de raad gekomen. Als zo’n raadslid vervolgens vertrekt én zijn zetel behoudt, lijkt dat op het wegnemen van kiezersmandaat dat eigenlijk bij de lijst hoort. In kleine gemeenteraden kan één zetel een coalitie doen wankelen. Dat versterkt de emotionele lading.

Tegelijkertijd hebben Schuurman en Carlebur hun overstap gemotiveerd met kritiek op de partijcultuur bij EVB. Te centralistisch, te gesloten, te weinig ruimte voor eigen geluid. Vanuit hun perspectief is zetelbehoud juist een middel om trouw te blijven aan hun overtuiging én aan de kiezer. Het alternatief zou zijn om de mond te houden en tegen beter weten in de partijlijn te volgen. Dat kan ook moeilijk “democratisch” worden genoemd.

Partijen proberen vaak afspraken te maken: “wie vertrekt, levert zijn zetel in”. Maar zulke afspraken zijn niet afdwingbaar. De wet weegt zwaarder dan een partijreglement. Dat is geen fout in het systeem, maar een bewuste keuze: het beschermt de volksvertegenwoordiger tegen partijdiscipline en machtsconcentratie.

Wat we zien in Barendrecht is geen incident, maar een spiegel van onze democratie. Ja, zetelbehoud bij een overstap schuurt met het idee van representatie van de kiezer. Maar het is ook een essentiële waarborg dat gekozen raadsleden hun geweten kunnen volgen. In plaats van het juridisch onmogelijk te willen maken, zouden partijen zichzelf de vraag moeten stellen: wat in onze cultuur maakt dat mensen weggaan?