Verrassend, doch eenvoudig doelpunt

8 April 2022, 23:40 uur
Columns
mainImage

In onze jeugd voetbalden we vrijwel iedere dag op straat. Zo ontstond de Cruyff-generatie die na 1974 de voetbalwereld verbijsterde.

Omdat ik bij het judo een blessure opliep, ben ik daarmee vroeg gestopt. Daarna ben ik weer gaan voetballen met vrienden die ik had leren kennen in de nieuw gebouwde Alexanderpolder. In 1967 werden we lid van Alexandria 66.

Omdat ik ook op harde velden durfde te duiken (judo!) werd ik al snel keeper: een uiterst ondankbare taak. Het geritsel van het net is een kwelling. Keepen deed ik op zaterdag en voetballen op zondag, meestal als invaller.

Ik was niet vast aan de bal, maar kon hard lopen, zodat ik toch nog wel eens scoorde: het geritsel van was dan muziek in mijn oren. Uiteindelijk besloten we om alleen op zaterdag te gaan voetballen, zodat we zaterdagavond konden gaan stappen.

Ik koos voor de muziek, verliet het doel en ging voetballen.

Op een gegeven moment mocht ons elftal, dat ondertussen uit vrienden en collega’s bestond niet meer bij elkaar blijven van het Alexandria-bestuur. Sommigen moesten naar het eerste of tweede anderen naar een lager elftal. Wij besloten daarop naar een andere vereniging - SDV  op het Toepad - te verhuizen, omdat we daar wel bij elkaar mochten blijven.

Toen Alexandria echter een kunstgrasveld kreeg, besloot een deel van het team weer terug te gaan. Dat bleek geen succes, omdat de toenmalige wedstrijdsecretaris ons naar verkeerde velden stuurde en zelfs een keer een wedstrijd vergat. Kan gebeuren, maar we misten daardoor wel het kampioenschap.

Bij de korte verhuizing naar de Leningradweg was onze keeper met enkele anderen bij SDV aan het Toepad gebleven. In ons elftal bij Alexandria wisselde ik door omstandigheden van plek en werd laatste man. De nieuwe keeper bleek betrouwbaar, maar had moeite met uitschoppen; ik nam de uittrappen dus maar. Zie je tegenwoordig nooit meer. Ook rolde hij als het even kom de bal naar mij, zodat ik hem verder in het spel kon brengen.

Door de teleurstelling over het missen van het kampioenschap en het verzoek van de bij SDV achter gebleven vrienden, besloten we het volgende seizoen weer naar het Toepad terug te gaan. In onze competitie zat ook een elftal van Alexandria.

Voor de wedstrijd zagen we tot onze aangename verrassing, dat het elftal waar we tegen moesten spelen voor een deel bestond uit de medespelers van het vorige seizoen, waaronder de keeper.

Bij SDV stond ik weer op mijn oude plek in de spits en dus vlak bij mijn voormalige keeper. Als de bal niet in de buurt was wisselde we – zoals tijdens het vorige seizoen – gezellig allerlei nieuwtjes uit.

Op een gegeven moment had de keeper de bal en rolde die, zoals hij bij Alexandria gewend was, voor mijn voeten. Ik zei: “wat doe je nou?” en schoot hem in het lege goal. Verbijsterd keek hij me aan, zakte op zijn knieën en vloekte hardgrondig.

Omdat de situatie volkomen standaard was, had de scheidsrechter het niet gezien en moest ik roepen: “Scheids, scheids: doelpunt. Hij zit erin”. Daarna volgde een daverend gelach van zowel medespelers als tegenstanders.

In de kantine na de wedstrijd gaf ik de onfortuinlijke keeper een extra pilsje en verzekerde dat dit ongetwijfeld het makkelijkste doelpunt was, dat ik ooit zou maken. Hij schudde zijn hoofd en dronk zuchtend zijn glas leeg.