In de Raadsvergadering van dinsdag 4 juni jl. kwam de Jaarrekening 2023 van de BAR-organisatie aan bod, alsook de begroting 2025 e.v. van de rechtsopvolger daarvan genaamd de BedrijfsvoeringsPartner (DBP). Dit was voor de VVD reden om één van de vele posten nader in ogenschouw te nemen. Dit betreft een post van 2,1 miljoen euro dat de gemeente Barendrecht aan ICT-kosten zou hebben bijgedragen. Terwijl Ridderkerk slechts 1 miljoen euro heeft bijgedragen en Albrandswaard niets.
 
Vaste afspraak is dat gezamenlijke kosten volgens een vaste verdeelsleutel door de drie gemeenten worden gedragen. Daarvan was in dit geval dus duidelijk geen sprake. Al eerder had de VVD, ook schriftelijk, daar vragen over gesteld maar steeds was het antwoord dat het de uitkomst betrof van onderhandelingen. Op de specifieke vragen naar welke onderhandelingen, waarom, aanleiding, grondslag, waarom afwijkend van de vaste verdeelsleutel en dergelijke werd in de beantwoording steeds niet ingegaan. Dit was voor de VVD reden om schriftelijk nadere vragen te stellen en toen ook dat niet tot de gewenste duidelijkheid leidde, zelfs tot het opvragen van allerlei documenten op basis van de Wet open overheid.
 
Dit laatste heeft ertoe geleid dat het College in de raadsvergadering meer tekst en uitleg heeft verstrekt. De steeds genoemde uitkomst van de onderhandelingen had betrekking op het opheffen van de BAR-organisatie. Aha! In de gemeenschappelijke regeling BAR is opgenomen dat degene die uittreedt, daar dan ook de kosten van draagt. Albrandswaard wilde in het geheel geen wijziging in de ambtelijke samenwerking, dus die droeg geen van dergelijke kosten. Ridderkerk wenste het ambtenarenapparaat tussen de drie gemeenten te verdelen, maar wél binnen de toen nog bestaande BAR-organisatie, en droeg daarom 1 miljoen euro bij. Barendrecht echter hield vast aan de optie dat de BAR-organisatie moest worden ontmanteld en moest dus 2,1 miljoen euro in de kosten bijdragen. Nota bene nagenoeg de helft (!) van het voor de uitreding beschikbaar gestelde budget van 4,35 miljoen euro.
 
Een pijnlijke vaststelling nu op 17 juni as. in de commissie Algemene Zaken & Financiën on-Barendrechts hoge bezuinigingen (wegen, veiligheid, subsidies en uitkeringen e.d.) en on-Barendrechts hoge lastenverzwaringen (bijv. OZB, afval, grafrechten) worden besproken. Het College verbindt de noodzaak hiervan vrijwel uitsluitend aan externe factoren, zoals verhoging van kosten en tegenvallende Rijksuitkeringen. Vergeten wordt daarbij het eigen beleid kritisch in ogenschouw te nemen!
 
De voorstelling van zaken vooraf en de feiten achteraf komen daarenboven ook niet overeen. Zoals bekend is het niet tot een algehele opheffing van de ambtelijke samenwerking gekomen, maar zijn allerlei gemeenschappelijke taken (m.u.v. beleid en uitvoering) nu ondergebracht in DFP. Van een besparing van kosten is zeker ook nog geen sprake. Evenmin is sprake van een merkbaar hogere graad van bekendheid en betrokkenheid van medewerkers bij de Barendrechtse samenleving.