Op veel scholen worden gymlessen helaas nog steeds beoordeeld met een cijfer, vaak op basis van vooraf vastgestelde normen: hoeveel meter je kunt sprinten, hoe hoog je kunt springen of hoe ver je kunt gooien. Wie herinnert zich bijvoorbeeld niet de beruchte coopertest? Het moment dat je hart al sneller ging kloppen nog voor je één stap had gezet. Rondjes rennen tegen de klok, met een docent die nauwkeurig de meters bijhield en klasgenoten die toekeken.
Voor veel kinderen laat dit zien hoe een meetbare norm het plezier in bewegen kan wegnemen. Het maakt niet uit of je ziek was, een groeispurt doormaakte of simpelweg een slechte dag had: het eindcijfer voelde als een oordeel over wie je bent, niet alleen over hoe je rende. Maar is het eerlijk om fysieke prestaties van leerlingen langs één meetlat te leggen? Steeds meer wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaring wijzen erop dat dit weinig zinvol is en zelfs averechts kan.
Kinderen ontwikkelen zich motorisch in verschillend tempo. Genetische factoren, groeifasen en eerdere bewegingservaring spelen een grote rol. Onderzoek naar motorische ontwikkeling laat bijvoorbeeld zien dat spiergroei, coördinatie en uithoudingsvermogen sterk verschillen per leeftijd en per individu, zelfs binnen dezelfde klas. Een norm die voor iedereen gelijk is, houdt hier geen rekening mee en zegt dus weinig over inzet of persoonlijke vooruitgang.
Intrinsieke motivatie is belangrijk voor een duurzame deelname aan sport en bewegen. Als leerlingen vooral worden afgerekend op wat ze “moeten” kunnen, kan dit hun plezier en motivatie ondermijnen.
In plaats van cijfers op basis van normen, pleiten experts voor formatief beoordelen: het volgen van de individuele ontwikkeling, het stellen van persoonlijke doelen en het geven van gerichte feedback. Dit kan betekenen dat een leerling wordt beoordeeld op inzet, samenwerking, of op verbetering ten opzichte van zijn eigen startpunt. Studies naar adaptief bewegingsonderwijs tonen aan dat deze aanpak niet alleen rechtvaardiger is, maar ook leidt tot meer betrokkenheid en een positievere houding ten opzichte van bewegen.