Het stadsbestuur van Rotterdam vindt het niet onwenselijk dat stedelijke monumenten en iconen aan buitenlandse partijen worden verkocht. ‘’Verkoop van onroerend Rotterdams cultureel erfgoed – zoals recent de Euromast en eerder de Markthal - betekent in geen enkel geval dat een gebouw daardoor uit het stadsbeeld zal verdwijnen’’, zegt cultuurwethouder Kasmi.

Hij reageert daarmee op de kritiek van raadslid Meeuwissen, die de verkoop van de Euromast door de Rotterdammer Willem Tieleman aan Franse beleggers ‘’verkwanseling’’ noemde. Dat vond hij ook van de verkoop van Eneco en de Markthal.

‘’Voor elk verkocht gebouw - ook de gebouwen die in buitenlands eigendom raken - blijft de bestaande regelgeving van kracht’’, aldus Kasmi, ‘’Dus eventuele ambities van eigenaren kunnen door de gemeente ongewijzigd begeleid blijven worden, ook wanneer dit een buitenlandse eigenaar betreft.’’

Op de vraag van Meeuwissen (PVV) of er nog meer iconen of monumenten op de nominatie staan voor verkoop aan buitenlandse partijen, antwoordt Kasmi: ‘’Wij zijn daar niet van op de hoogte. Een eigenaar van onroerend goed is vrij om die ter verkoop aan te bieden. De gemeente heeft bij dergelijke transacties geen positie.’’