Afgelopen vrijdag was het wéér zover: met twee zware vuilniszakken loop ik naar de container in de Cornelis de Mooystraat. En jawel: de container gaat een klein stukje open en blijft dan steken. Precies zoals tie afgelopen dinsdag ook al deed. Toen dacht ik nog; de gemeente zal em vandaag wel komen legen omdat de container automatisch een seintje geeft aan de gemeente als tie vol is.  Niets was minder waar, want daar stond ik dan weer met mijn inmiddels stinkende vuilniszakken.
Niet getreurd; we hebben nog een container in de wijk, te weten aan de Johannes Wierstraat. Met een diepe zucht sjouw ik met de zware vuilniszakken naar deze container. Helaas, ook deze container gaat een klein stukje open en blijft dan steken.
Inmiddels behoorlijk uitgeput van het sjouwen met de twee zware vuilniszakken, bedenk ik dat er achter de Rehobothschool nog een laatste container in de wijk staat. Ik sjouw mijn vuilniszakken naar deze container en jawel, u raadt het al, ook deze container gaat een klein stukje open en blijft dan steken.
Inmiddels begint het te regenen. Wanhopig probeer ik te bedenken hoe ik van mijn zware stinkende vuilniszakken af kan komen. Ik begin in de regen met de vuilniszakken te lopen richting de naastgelegen wijk. Verzopen kom ik aan in de Evertsenstraat, vlak naast de Barendrechtse weg. En jawel, daar vind ik dan eindelijk een container die open gaat. Moe en kletsnat loop ik naar huis; de workout voor vandaag zit erop.  
Na een belletje naar de gemeente, keek ik in de middag hoopvol naar buiten in de verwachting dat daar de vuilnisauto en de klusjeswagen van de gemeente zou verschijnen. Helaas, daar moest ik dan nog op wachten tot maandagmiddag.
Vandaag werd ik dan, op mijn verzoek, terug gebeld door de gemeente. Een blije mevrouw vertelt mij dat de containers gefikst zijn en weer gebruikt kunnen worden. Ik meld dat ik daar blij mee ben, maar dat dit geen incident is, maar een structureel bijna wekelijks terugkerend probleem. De blije mevrouw meldt dat zij daar niet over gaat; zij is n.l. telefoniste en, zo vertelt zij mij, het aannemen of oplossen van dat probleem valt buiten haar rol. Op mijn vraag bij wiens rol het oplossen van dit structurele probleem dan hoort, antwoordt de blije mevrouw dat de ‘mannen boven’ hierover gaan. Op mijn verzoek om dan door verbonden te worden met de ‘mannen boven’, antwoordt de nu iets minder blije mevrouw, dat dat helaas niet kan want boven zijn ze heel druk bezig met het oplossen van het mislukte afvalbeleid. En ja, een klacht indienen bij de nu echt niet meer blije mevrouw, kon ook niet; dit paste niet bij haar rol.
Beste gemeente, ik heb een simpel verzoek: de vulindicatiemeter werkt voor geen meter. Leeg a.u.b. gewoon elke week de containers in mijn wijk.

Ps. Ik hoop dat ‘de mannen boven’ deze brief ook lezen.

Ingezonden door Marianne Kooij