Toevallige gedachte bij een smerige moord?

14 June 2018, 09:38 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Een week geleden las ik een boek over de schipbreuk van het VOC-schip De Batavia dat op de klippen liep voor de kust van het onherbergzame West Australië.
De overlevenden vinden een plek, maar de proviand raakt op en uiteindelijk leidt dit gebrek aan voedsel tot een ongekende moordpartij.
Als na een paar maanden een schip arriveert dat de overlevenden komt oppikken, horen de redders wat er gebeurd is en ze slaan de daders direct in de boeien. Een week later wordt korte metten met ze gemaakt. Zonder pardon worden ze opgehangen, waarbij bij sommigen eerst de hand waarmee ze gemoord hebben, wordt afgehakt. Dat laatste was wat mij betreft overbodig, maar met de rest kon ik wel vrede hebben. Sterker nog ik dacht: ‘Dik verdiend’.

Toen in 1870 de doodstraf werd afgeschaft begrepen heel veel Nederlanders daar niets van. Sterker nog toen enkele jaren later de moordenaar Hendrik Jut gegrepen werd (woonde toen in Rotterdam) ging er een golf van verontwaardiging door het land, omdat hij slechts tot levenslang werd veroordeeld.
Kermisexploitanten speelden slim in op dit gevoel door met de kop van Jutte komen. Een krachtproef met een hamer, waarbij stevige mannen denkbeeldig op het hoofd van de moordenaar Jut konden rammen om alsnog genoegdoening te krijgen.

De laatste keer dat in ons land de doodstraf werd toegepast was niet in 1860 zoals wel eens wordt gesuggereerd (de moordenaar J. Nathan werd opgehangen wegens moord op zijn schoonmoeder), maar in 1952, toen de Duitse Hauptsturmführer Albrecht op de Waalsdorpervlakte werd gefusilleerd.

De haat tegen landverraders en Duitse oorlogsmisdadigers was zó diep, dat men de doodstraf weer nieuw leven had ingeblazen. Deze keer werden de ter doodveroordeelden tegen ‘de muur’ gezet.
Pikant detail, toen het hoofd van de SS in Nederland Hanns Alwin Rauter voor het vuurpeloton stond, weigerde hij de blinddoek en riep zelf vlak voor er geschoten zou worden ‘Feuer’.
Zijn dood kwam daarom als zelfmoord in de boeken!

Toen Hongarije nog een Oostblokstaat was, vroeg ik eens aan de staatsgids die ons begeleide: ”Wat doen jullie met moordenaars?”
Ze keek me enigszins verbaasd aan en zei: ”Die hangen we natuurlijk op (we hang them ofcourse).”
Waarna ik de te verwachten retorische vraag kreeg: “Dat doen jullie toch ook?”
Ik kon me maar net bedwingen om niet te zeggen: “Nee, wij laten ze vrij”.
Maar mijn antwoord dat ze bij ons in de gevangenis kwamen met een kans op rehabilitatie lokte bij haar een meewarig hoofdschudden op.

De doodstraf wordt mondiaal nog veel toegepast ook bij bevriende landen zoals b.v. de VS, Indonesië en China. Nimmer zal een minister van Buitenlandse Zaken op bezoek in die landen ons bezwaar tegen de doodstraf kenbaar maken. s’ Lands wijs, ‘s lands eer.

De moordenaar van Pim loopt vrij rond. Hij heeft geen spijt en stelt eisen aan de samenleving. Bij de rechtbank in Utrecht staat de smerige moordenaar van Anne Faber terecht. Haar vader vond geen enkele straf recht doen aan zijn daad.

Hoe zou het komen, dat ik denk dat er weleen straf was die iets van genoegdoening had kunnen geven?