Lhbti-emancipatie: beter; nog niet klaar

19 January 2019, 11:55 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Lhbti-emancipatie: beter; nog niet klaar

Maandag op de kop af vijftig jaar geleden stonden tientallen mannen en vrouwen op het Binnenhof in Den Haag. Ze protesteerden tegen artikel 248bis uit het Wetboek van Strafrecht, dat seks verbiedt met iemand van hetzelfde geslacht onder de 21 jaar. De minimumleeftijd voor heteroseks ligt op 16 jaar. ''Wij zijn toch óók mensen van vlees en bloed?", staat op een spandoek. Het omstreden artikel gaat in 1971 van tafel.

Astrid Oosenbrug (50), de huidige voorzitter van belangenorganisatie COC, vindt dat er in die vijftig jaar veel is bereikt. ''Vooral op wettelijk gebied: het is niet meer strafbaar. Het huwelijk is opengesteld. Ook de acceptatie is verbeterd. Waar in de jaren 60 nog 40 procent van de bevolking negatief was, is dat nu minder dan 10 procent."

Maar er is nog wel een wereld te winnen, stelt ze, vooral bij jongeren die het moeilijk vinden uit de kast te komen, ook al omdat 'homo' nog steeds het meestgebruikte scheldwoord is. ''En ouderen die in verpleeghuizen soms zelfs weer voor de tweede keer uit de kast moeten komen. Het wordt daar vaak moeilijk geaccepteerd, er wordt gepest."

Ook de rol van het COC is veranderd. Van sociale activiteiten en voorlichten is die rol verschoven naar veel zichtbaarder zijn, in overleg gaan met onderwijs, verpleeghuiszorg, kerken en politiek. ''Na die Nashville-verklaring zijn we met de kerken gaan praten, hebben ze gevraagd om in actie te komen. En dat hebben ze gedaan. Geweldig, overal hing de regenboogvlag." En na het oordeel van de rechtbank in Dordrecht dat geweld tegen twee homoseksuele mannen niet was ingegeven door homohaat, trok het COC bij de regering aan de bel. ''Dat geweld zijn we zat."

Onder artikel 248bis (dat in 1911 in het wetboek kwam) zijn duizenden homoseksuelen vervolgd, veelal mannen. ''Zeker 2500 mensen zijn erop veroordeeld en kregen celstraf. Er was echt sprake van vervolging. De zedenpolitie had kaartenbakken met namen van vermoedelijke homo's. Ouders en buren werden geïnformeerd. Een baan als ambtenaar kon je vergeten. Er zijn toen veel levens verwoest." Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft, op aandringen van het COC, een onderzoek naar die 'homolijsten' aangekondigd. ''We willen dat er echt schoon schip wordt gemaakt. Erken de slachtoffers van 248bis, voor zover die nog leven, en ga met ze in gesprek", aldus Oosenbrug.