Jan D. Swart: Had de politiek maar één Sagan

26 July 2018, 15:21 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Ik keek de avondetappe en zag Peter Sagan naar zijn nieuwe groene trui strompelen. Hij was gevallen. Niemand kan zo opgewekt met een prethoofd tot hilariteit van Europa vertellen pain in the ass te hebben.
Vermakelijke man.
Met Gerard Jolink in Voetbal Inside zou dat onderwerp kostelijke ordinaire televisie hebben opgeleverd. De NOS blijft saai braaf.

Sagan is een coureur uit het buurttheater. Toen hij nog lang haar had poseerde hij met de fiets landschappelijk over de schouder tussen de zonnebloemen met flauw vallende meisjes. je zag een vrolijk hoofd waarvan je wist: die gaat morgen op de punt van de Col de la Sentinelle Froome lossen.

Sagan doet me denken aan Woutje Wagtmans. Die had ook een gezicht uit een lachfilm. Benig gelaat, puntige neus, vooruitstekende kin, een hoofd dat op school was uit te tekenen. Wagtmans was het fietsend kleurenplaatje uit Neerlands sportsuccessenreeks. Als hij vanuit Bordeaux via de microfoon van Jan Cottaar de groeten deed voelde dat als kind de groeten naar mij.

Louison Bobet, Ferdy Kübler, Frederico Bahamontes, Jean Dotto – allemaal ruis in verhouding tot dat geinponem uit het Brabantse smokkeldorp waar ooit in het geheim de eerste vitamientjes werden gestampt.
Woutje Wagtmans, alleen al die alliteratie.
Leuke man.
Zat er maar één Wagtmans of Sagan in de politiek.

Ik hou van de Tour, het glooiende Franse landschap, bossen, dorpen, kathedralen. Geen moskee gezien nog. Misschien een idee voor Erik van Muiswinkel en 99 andere bekende Nederlanders om er een brief over aan de Franse tv te schrijven.

Ik kijk de Tour zonder geluid. Dat doe ik al sinds Theo Koomen en Jean Nelissen de pijp uit zijn. Elke mediasensatie is aan de Tour als Belle Epoque ontnomen nu Theo niet meer gezellig liegt en Jean boven bij Petrus eindelijk met de vrouw van Hugo Koblet aan de middagsherry zit.

Ook mis ik Mart Smeets. Ik mis zijn statuur, zijn aplomb, onverdraaglijke arrogantie en bordeelsluipers. Epo was zijn muze. Nu is alles anders. Zelfs een lullig elleboogje wordt al als verloedering gejureerd. Mart had dit weggewuifd vanuit de wetenschap dat toen tv nog niet bestond ze elkaar in de sprint de hersens insloegen. Geen haan die er toen naar kraaide.

Helemaal eens met Thijs Zonneveld: als je vijf jaar geleden gezegd zou hebben dat er ooit nog eens een Nederlander vlak voor Parijs een gooi naar de gele trui zou doen, werd je voor gek verklaard. Tom Dumoulin flikt dat toch maar. Helaas is de Tour zo door samenspel en machinaties verkracht dat hij nu al weet die twee minuten achterstand op Thomas niet meer te zullen inhalen.
Het is moord op de charme.
In 1958 nam de Luxemburger Charly Gaul in de bergen veertien minuten voorsprong op het peloton.
Veertien minuten!

Drie weken later reed hij in Zeeland de Ronde van Gert Jan Segers: Poppekerke, Kleverskerke, Aagtekerke, Grijpskerke, Meliskerke, s’ Heer Arendskerke, Biggekerke, Koudekerke, Serooskerke, Wissenkerke en Hoedekenskerke en gaf hij aan de finish Miss Zeeland een zoen.
Een natte.
Frans de Munck, de doelman van het Nederlands elftal en DOS, had hem dit op het Kasteel van Sparta met zijn tong naar buiten bij ’s werelds grootste sexbom Jane Mansfield voorgedaan.

Wat was de wielersport toen nog leuk. Er reden allemaal Rijk de Gooijers op een fiets.